Memorandum - ACV Defensie
Uitdagingen voor de bijzondere korpsen:
Veiligheid is een product van mensen.
Investeren in hen is investeren in onze veiligheid
Veiligheid stond nog nooit zo dicht bij de mensen als vandaag. De aanslagen in Parijs, de acties in Verviers en de aanslagen op 22 maart tonen pijnlijk hoe het veiligheidsconcept veranderde en dreiging reëler blijkt.
Veiligheid is lang geen afgebakend gegeven meer, maar complex en evolueert bovendien razendsnel.
Personeelsleden in deze diensten zetten hun beste beentje voor om dit alles te volgen maar worden tegelijk niet gespaard. Ze blijven fier op wat ze doen, maar hoe lang nog?
1. Hoge norm voor veiligheid in handen van de overheid
We stellen terecht hoge normen voorop als het om veiligheid gaat. Veiligheid is immers een kernopdracht bij uitstek van de overheid. Het mag hier dan onmogelijk om half werk gaan en mag zeker geen debat worden vanuit louter economische overwegingen (wat bovendien liefst eerlijk gebeurt). De inzet moet hier zijn wat de bevolking op vlak van veiligheid verwacht: een goede kwalitatieve dienstverlening.
Vergeet bovendien niet dat het hier gaat om taken die intensieve training vergen. Het is net in het kader van de veiligheid nodig de loep te houden op de vaak delicate taken van diensten die onze veiligheid garanderen.
Veiligheid moet hoe dan ook in handen van de overheid blijven. Het is onze veiligheid. Niet die van Jan of Griet, maar die van iedereen. En dat mag geen plakwerk zijn, terend op goedkope krachten, noch een veiligheid met twee (of meer) snelheden.
2. Een degelijk statuut, steunpilaar voor personeel en organisatie
Een degelijk statuut voor mensen die dagelijks onze veiligheid verzekeren, staat gelijk met een win-win situatie. Terwijl de werkgever en organisatie kan rekenen op zijn mensen, moeten deze mensen dan ook goed omkaderd worden.
Een goed statuut beschermt de organisatie ook tegen verloop en verlies van kennis en kwaliteit. Net daarom moet absoluut halt geroepen worden tegen verdere uitholling van het statuut en moet waardering meer zijn dan enkele twitterberichten.
Tijdelijke statuten, halve formules als stages, bieden geen soelaas voor jobs waarvoor intensieve training (en dus investering) nodig is en waarvoor loyaliteit en engagement wordt verwacht. Net omwille van de aard van de taken verdienen deze mensen een goede bescherming en echte waardering voor hun engagement, van bij het begin tot op het einde van hun engagement, en zelfs daarna.
ACV Defensie neemt politici op de korrel:
Zet in op het personeel want het kot loopt leeg, het is vijf na twaalf
1. Investeren in mensen en middelen voor mensen
Alle politieke partijen lijken het eens te zijn. Defensie was te lang besparingspost en het wordt tijd dat er wordt geïnvesteerd. Ze onderstrepen zelf bovendien dat de komende uitdaging voor defensie het personeel is. Het wordt hoogtijd dat politiek deze uitdaging, en dus ook de mensen die defensie waarmaken vandaag, dan ook au sérieux nemen.
De eerste uitdaging ligt bij de werving en de verjonging van defensie. De contradictie tussen de strategische visie en de genomen maatregelen tegenover het personeel afgelopen legislatuur kon niet groter zijn. Verjonging zonder geslaagde werving, gecombineerd met een abrupte pensioenhervorming rijmt niet. Defensie zal dus wel degelijk meer dan een tandje moeten bijsteken.
Voor ons is het duidelijk. Jongeren kopen geen kat in de zak. Net daarom zal defensie niet alleen het blazoen moeten oppoetsen maar boter bij de vis leveren. Forfaitaire verloning afgezet tegen onbeperkte verwachtingen in tijd gaan niet langer op. Militairen moeten correct en marktcompetitief verloond en vergoed worden. Alleen zo kunnen we kwalitatief jong potentieel aantrekken en houden.
2. Verantwoordelijke, zorgende (borgende) en aantrekkelijke werkgever
Gedurende zijn of haar loopbaan, wordt heel wat verwacht van de militair, zoals onverwijlde flexibiliteit in afstand en in tijd, zowel tijdens de loopbaan als op het einde van de loopbaan. Bovendien moeten dezelfde of zelfs meer opdrachten gebeuren met steeds minder mensen. Op deze manier perst men militairen letterlijk uit. De uitstroom is dan ook niet verwonderlijk en het is op die manier ook logisch dat militairen, ondanks hun fierheid over hun job, niet langer de spontane ambassadeur zijn. Dit laatste is nochtans cruciaal om personeel aan te trekken.
Naast een correcte verloning is het dan ook absoluut noodzakelijk duidelijke grenzen te stellen op vlak van arbeidstijd, zodat militairen terug tijd krijgen voor hun gezin en hun sociale omgeving. Dat is trouwens ook noodzakelijk voor het mentale evenwicht, wat voor de operationaliteit cruciaal is.
Defensie zal moeten investeren in de problematiek van de mobiliteit. Militairen hebben vaak grote pendelafstanden gecombineerd met kwartieren die met het openbaar vervoer moeilijk bereikbaar zijn. De hele waaier van verschillende pistes, van mobiliteitsbudget tot flexibele werkregeling, moeten hierbij bekeken worden zodat er een goed aanbod kan worden voorzien voor elke militair.
Meer transparantie en flexibiliteit, waarbij men rekening houdt met de situatie en wensen van de militair in de uitbouw van zijn of haar loopbaan, is hierbij zeker een bijkomende sleutel om te komen tot een aantrekkelijk aanbod.
Investering in conforme moderne infrastructuur verdient bij defensie bijzondere aandacht. Al te lang werd deze immers verwaarloosd. Bij deze investering moet men ruimer denken dan enkel huisvesting en/of fysieke ruimte voor de tewerkstelling, maar ook aan de nodige infrastructuur om in de nodige trainingen te en ondersteuning te voorzien.
3. Respecteren en versterken van de syndicale dialoog
Als het op personeel aankomt, staat men voor wat betreft defensie quasi letterlijk met de handen in het haar. Als spreekbuis van de werkvloer bewezen vakorganisaties zich meermaals volwassen, verantwoordelijk en constructief. Verschillende krachtige signalen blijven echter in dovemansoren vallen. Vakbonden bij defensie moeten dan ook een meer prominente rol krijgen in het bepalen van richtingen en van bij aanvang betrokken worden bij de uitwerking van plannen en visies.
Los van discussies over stakingsrecht, die soms oeverloos gevoerd worden omwille van de militaire specificiteit , moeten bovendien syndicale rechten voor militairen minstens gelijkwaardig gecompenseerd worden. Dit kan perfect via het opnemen van een overeenstemmingsvereiste bij onderhandelingen.