16 januari 2013

 

Nieuw statuut voor militairen!

Aanpassing wet GLC en nieuwe wet BDL

Op 28 februari 2007 is de wet tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de krijgsmacht verschenen in het Belgisch staatsblad. Behalve een deel over de pensioenen werd deze wet en zijn uitvoeringsbesluiten nooit gerealiseerd. Om in de huidige omstandigheden invulling te geven aan deze wet dringt een herziening zich op. In het laatste kwartaal van 2012 onderhandelden de syndicale organisaties over deze update van de wet. Al snel kwamen we tot de constatatie dat er niet veel overbleef van het oorspronkelijk concept. Doch het ideeëngoed was overeind gebleven. Het nieuwe statuut moet ervoor zorgen dat er een gezonde leeftijdspiramide ontstaat bij defensie en heeft tevens tot doel een leger te ontwikkelen waarin elke militair operationeel is.

Om deze twee doelstelling tot leven te brengen heeft men geopteerd voor enerzijds de herziening van de bestaande wetgeving, waarbij men afziet van de piste van een eenheidsstatuut en anderzijds het creëren van een nieuwe wet voor het aanwerven van militairen met een statuut beperkte duur.

Herziening van de wet van 28 februari 2007!

De herziende wet moet beschouwd worden als de algemene overkoepelende wetgeving van het militair statuut van het beroepskader en neemt dus ook heel wat gemeenschappelijke delen over. Ondanks dit blijven de statuten zoals hulpkader, korte termijn en militaire inzet bestaan. Eveneens behoudt men de verschillende soorten wervingen: “de normale werving”, “de bijzondere werving”, “de laterale werving” en de “aanvullende werving”.

De in de oude wetgeving toch zo belangrijke graden zoals expert en hoofdexpert in de vlakke loopbaan worden volledig geschrapt uit dit nieuwe concept. De doelgroepen van deze vlakke loopbaan zullen militaire graden krijgen en genieten van andere bevorderingsmogelijkheden dan de gewone militair.

Opvangen van de krapte op de arbeidsmarkt?

Om een ruimere keuze aan kandidaat-militairen aan te trekken wordt de werving verruimd. Tot op heden worden er enkel onderofficieren aangeworven van het niveau C en officieren van het niveau A. Voor deze twee categorieën breidt men de werving uit tot het niveau B. Voor de onderofficieren van het niveau B zou men vooral uitkijken naar burgers met een technische bachelor, bijvoorbeeld verpleegkundigen. Voor de officieren van het niveau B mikt men op burgers met een academische bachelors om een generalisten functie te bezetten. De officieren niveau B behoren tot de lagere officieren en kunnen niet bevorderen in de graad van majoor.

De leeftijdsgrens om deel te nemen aan sociale promoties zal opschuiven zodanig dat ook oudere militairen er kunnen aan deelnemen. Maar er blijft helaas nog steeds een leeftijdsbeperking. De sociale promotie maakt de overgang van beroepsvrijwilligers niveau D naar onderofficieren niveau C, van onderofficieren niveau C naar officier niveau B en van onderofficier niveau B naar officier niveau B mogelijk. Tevens zou men faciliteiten bieden aan vrijwilligers niveau D en onderofficieren niveau C die in avondonderwijs een bachelor diploma halen van een richting die gegeerd is in defensie. Deze militairen zouden dan voorrang krijgen bij de werving van dit personeel.

Het aanvullingskader wordt opgeheven.

Het statuut van het aanvullingskader wordt opgeheven. Voor de huidige militairen van het aanvullingskader werden voor de drie personeelscategorieën overgangsmaatregelen uitgewerkt. De beroepsvrijwilligers die in het aanvullingskader slechts de graad van korporaal konden halen, gaan in dit nieuwe statuut er op vooruit. Zij worden ingeschaald in het beroepskader op dezelfde wijze als dat ze in dit kader zouden zijn binnengekomen. Deze militairen zullen dus bij inwerkingtreding een nieuwe graad krijgen en de daaraan verbonden wedde kunnen genieten. De aanvullingsonderofficieren worden opgenomen in het beroepskader en zullen naargelang hun leeftijd nog de mogelijkheid krijgen deel te nemen aan de proeven en het examen voor het behalen van de graad van eerste sergeant majoor. Ook de aanvullingsofficieren worden opgenomen in het beroepskader. Zij gaan over naar de categorie van beroepsofficier van het niveau B maar behouden de wedde van het niveau A. Om deel te nemen aan de tweede cyclus is de overgang naar het niveau A noodzakelijk.

Een operationeel leger!

In dit concept valt het oriëntatiepunt weg. Iedere militair aangeworven in dit statuut kan blijven tot op de pensioenleeftijd op voorwaarde dat hij/zij blijft beantwoorden aan de noden van defensie.

Met een operationeel leger bedoelt de overheid een leger met jonge sportieve mensen die zich voor 100% ten dienste stellen van defensie. Wie niet meer aan deze vereisten voldoet zal defensie moeten verlaten.

Competenties.

Om deze geschiktheid na te gaan wordt een nieuw systeem van beoordelen van de competenties, “de postbeoordeling” in werking gesteld. Tijdens deze jaarlijkse beoordeling worden de gedrags- en professionele competenties van de militair beoordeeld. Hiervoor hanteert men een competentiewoordenboek. Alvorens een postbeoordeling op te maken, zal de hiërarchische meerdere een functioneringsgesprek gehad hebben met betrokken militair teneinde de doelstellingen en verwachtingen uit te klaren. De militair beschikt tevens over een beroepsprocedure om zich te verweren. Deze nieuwe werkwijze zou een veel objectiever resultaat moeten weergeven. Dit wordt superbelangrijk als je weet dat twee jaar na elkaar een onvoldoende tot gevolg heeft dat de militair ongeschikt wordt en defensie zal moeten verlaten.

Fysieke geschiktheid.

Jaarlijks wordt van elke militair ook de fysieke geschiktheid en de medische geschiktheid als militair bepaald. Voor wat betreft de fysieke geschiktheid worden nieuwe fysieke testen uitgewerkt. Ook hier zal het niet slagen op termijn statutaire gevolgen hebben voor het personeel. Er wordt wel voorzien in een uitgebreide beroepsprocedure.

Beschermingsmaatregelen actuele populatie.

Zoals je al ontdekte, zal het al dan niet militair kunnen blijven afhangen van verschillende factoren. Maar toch hebben we als vakorganisaties toch enkele beschermingsmaatregelen kunnen laten inbouwen.

Ongeval tijdens en door de dienst.

Alle militairen die een ongeval tijdens en door de dienst oplopen, met uitzondering van de ongevallen woon-werkverkeer, kunnen binnen de maand die volgt op de uitspraak van de medische commissie voor geschiktheid en reform verzoeken om opgenomen te worden in de hoedanigheid van rijksambtenaar binnen defensie.

Voor wat betreft de fysieke geschiktheid zou het niet logisch zijn dat men bij de start van deze nieuwe wetgeving, iedereen die niet fysiek in orde is, zou afdanken. Ook hier heeft men in overmaatregelen voorzien:

  • Ten eerste zal al het militair personeel gedurende vijf jaar na inwerkingtreding van deze wet beschouwd worden als zijnde fysiek in orde. Deze periode van vijf jaar zal gebruikt worden om de nieuwe fysieke testen en de trainingsfaciliteiten te evalueren en bij te sturen. Na deze periode van vijf jaar zal de fysieke geschiktheid bepaald worden aan de hand van de uitslag op de nieuwe testen.
  • Anderzijds wordt van al het personeel dat op de datum van inwerkingstelling van deze wet minstens 45 jaar oud is of 25 jaar dienstanciënniteit bezit, enkel verwacht dat ze deelnemen aan deze testen. Ook voor hen zal een eventuele mislukking geen statutaire gevolgen meer hebben.

Andere punten uit dit statuut.

  • Een tijdelijke ambtsontheffing om persoonlijke redenen die aan het personeel die een functie uitoefent waarvoor een specifiek en zeldzaam competentieprofiel is vereist, kan om gemotiveerde uitzonderlijk reden toegekend worden voor een periode van drie maanden. Deze aanvraag kan op vraag van ACV Openbare Diensten meerdere malen ingediend worden.
  • Een nieuwe statutaire maatregel gaat van kracht. Dit is de inhouding op de wedde van maximum 5%. Deze maatregel kan slechts gedurende één maand toegepast worden en heeft verder geen negatieve gevolgen voor de militair. Op verzoek van ACV Openbare Diensten is de beslissende overheid de minister in plaats van de directeur generaal human resources.
  • Een militair die zich in de deelstand “in normale dienst” of in de deelstand “in vorming” bevindt en die meer dan eenentwintig opeenvolgende dagen onwettig afwezig is kan definitief uit zijn ambt worden ontheven.
  • Al de militairen, op vraag van ACV Openbare Diensten ook de officieren, hebben recht op een jaarlijks verlof van minimaal dertig werkdagen.

Aangezien al het personeel dat aangeworven wordt in dit statuut kan blijven tot aan de pensioengerechtigde leeftijd verdwijnt uit de wetgeving het oriëntatiepunt en het oriëntatieproces dat plaatsvond na 12 à 13 jaar dienst. In plaats hiervan wordt een nieuw statuut ontwikkeld met een beperkte duur.

Het statuut BDL (beperkte duur - durée limitée)

De bepalingen uit de aangepaste wet van 28 februari 2007 zijn van toepassing op de militair BDL met uitzondering van de beperkingen beschreven in de wet BDL.

Militairen BDL kunnen aangeworven worden zowel als officier niveau A, officier niveau B, onderofficier niveau B, onderofficier niveau C en als vrijwilliger. De maximum aanwervingsleeftijd verschilt tussen de categorieën en ligt tussen de zevenentwintig en de negenentwintig jaar. Een militair BDL gaat een dienstneming aan voor maximum acht jaar. Er wordt geen voortgezette vorming voorzien voor de onderofficier BDL.

De militair BDL kan genieten van een eindeloopbaanperiode die aanvangt ten vroegste de eerste dag van de eenenzestigste maand op aanvraag van betrokkene of op de eerste dag van het laatste jaar van zijn dienstneming of op de eerste dag bij een terbeschikkingstelling met het oog op de overplaatsing naar een andere openbare werkgever.

Gedurende de eindeloopbaanperiode kan de militair BDL een vormingsverlof verkrijgen van maximum 120 uur en een vormingskrediet van maximum 1.850 €. Hij mag in die periode ook een professionele activiteit uitoefenen. Ten laatste binnen de laatste maand van de eindeloopbaanperiode kan de militair BDL van een oriëntatieverlof genieten.

Op het einde van de eindeloopbaanperiode ontvangt de militair BDL een reclasseringspremie die schommelt tussen de drie en de twaalf maanden wedde.

De militair BDL die om fysieke redenen niet meer geschikt is om militair te zijn kan gebruik maken van een verkorte beroepsprocedure van zes maand. De militair BDL die gebruik maakt van deze beroepsprocedure en ongeschikt blijft, verliest zijn recht op de reclasseringspremie, het vormingsverlof en vormingskrediet.

De militair BDL kan in zijn statuut deelnemen aan sociale promotie, kan op diploma overgaan naar een hogere categorie in het beroepskader of kan de overgang maken in zijn categorie naar het beroepskader. Tevens kan de militair BDL overgeplaatst worden naar een andere openbare werkgever.

Engagement overheid.

Omdat het statuut BDL kan gezien worden als een vrij precair statuut vroegen we de overheid om ons te garanderen dat zij op de einddatum van hun dienstneming alles in het werk zullen stellen om een nieuwe betrekking te voorzien voor deze militairen. De overheid ging akkoord om onderstaande tekst van ACV Openbare Diensten op te nemen in het protocol.

Engagement overheid

De overheid engageert zich om op permanente basis op zoek te gaan naar akkoorden met andere openbare werkgevers, teneinde een gamma aan beschikbare plaatsen bij externe werkgevers te kunnen aanbieden aan het militair personeel dat het leger zal moeten verlaten door hetzij te behoren tot de geschiktheidscategorie D, hetzij doordat de maximumdienstperiode als militair BDL verstrijkt. De overheid zal streven om de totaliteit van dit personeel een andere betrekking aan te bieden.

 

Hieronder vindt u het overgangsschema.

Overgangsschema


Download de "pdf" versie van deze nieuwsbrief